Een gelaagd, zich in de tijd ontwikkelend project vindt in het late voorjaar van 2001 plaats in Kunsthuis Syb in het Friese Beetsterzwaag. In dit oude pand, met in de nieuwe aanbouw nog een ruimte die uit oorspronkelijke materialen is opgetrokken, wordt Scheerhoorn gevraagd een ruimtevullende installatie te bouwen. De oprichter en mentale motor achter Kunsthuis Syb was Sybren Hellinga: een man die met hart en ziel deze instelling bestierde en onlangs is overleden. Hij is in het pand gestorven en lag er zelfs opgebaard.
Overal in de ruimte worden door Scheerhoorn zuiltjes van verschillende hoogte gebouwd en iedere zuil is geconstrueerd uit de uitnodigingskaarten voor een bepaalde expositie die ooit in Kunsthuis Syb heeft plaatsgevonden. Dit woud aan zuilen, waarvan een ieder een andere expositie gedenkt, vormt op zich al een prachtig constructief, verbindend element binnen de zo complex gelede ruimte. Ze worden echter nog ingebed binnen een, de gehele vloer bedekkend, ruitvormig patroon van kleine kiezelsteentjes die Scheerhoorn uit de goten naast de vloer heeft ‘gefilterd’. Om het geheel nog een extra contemplatief accent te geven vult Scheerhoorn de diverse ruimtes met het geluid van de wind.
Na het eerste weekeinde, de expositie is er vier geopend, vindt er nog een infiltratie plaats: een groot aantal takken wordt vanuit de lange achtertuin in een organische structuur de ruimte binnengeleid en de takken kunnen zich hier vervolgens ongebreideld voortslingeren. Zodoende verkrijgen de strak opgezette beeldende elementen een sterk organische component. Om de takkenstructuur het aanzien van een tekening in de ruimte te geven zijn ze zwart geschilderd.
Gedurende deze weken worden er nog steeds steentjes toegevoegd en wordt het aantal zuilen ook verder uitgebreid.
Deze ruimte weet Scheerhoorn, in al zijn complexiteit, ook naar zijn hand te zetten en de bezoeker speelt hierin weer een cruciale rol. Deze fungeert daadwerkelijk als zetstuk binnen de installatie en moet langs zuilen wringen, over takken stappen of omzichtig bewegen zodat het patroon met steentjes niet uit balans zal raken. De vertraagde, voorzichtige bewegingen van de bezoeker roept een sfeer van toewijding op. Scheerhoorn heeft blijk gegeven van respect en aandacht voor Kunsthuis Syb en haar geschiedenis en dit lijkt automatisch door het kunstpubliek te worden overgenomen. Ook hier vindt het toe-eigenen van de ruimte weer in verschillende fases plaats en bezoekers die meerdere malen terugkomen kunnen het werk in verschillende gedaantes ervaren.
Het idee van de organisatie van Kunsthuis Syb is om gedurende projecten meerdere disciplines naast elkaar te presenteren. Aina Scheerhoorn werd dan ook gevraagd performances in de installatie van Scheerhoorn te verzorgen. Het eerste en laatste weekeinde reageert zij, zoals ze dit ook al in de Kapel, de oude HBS en Sign deed, met geïmproviseerde bewegingen en geluiden op de installatie. Ze maakt zo de relatie tussen werk, dat op zeer ingetogen wijze al een theatraal karakter heeft, en beschouwer extreem.
David Stroband (voorjaar 2001)
Kunsthistoricus en docent ABK